Arias, E. (2004). Faith in Our Neighbors: Networks and Social Order in Three Brazilian Favelas. Latin American Politics & Society, 46 (1), p. 3-5.

In zijn wetenschappelijk artikel beschrijft Arias hoe de inwoners van drie favela’s uit Rio de Janeiro gevangen zitten tussen twee partijen die strijden om controle. Aan de ene kant zijn er de criminele bendes die de echte machtshebbers zijn in de wijk. Zij waken over hun drugsterritorium en installeren een vorm van sociale orde, voornamelijk met het oog op het vlot draaiende houden van hun activiteiten en hun macht over de plaatselijke bevolking te legitimeren door het brengen van veiligheid. Aan de andere kant vindt men de staat die meestal vertegenwoordigd wordt door de politiediensten die strijd leveren met de bendes om terug controle te krijgen over de favela. Het doel van dit treffen is het bevrijden van de inwoners en rust te brengen. Al te vaak echter blijkt dit niet helemaal te kloppen.
Aangezien de aanwezigheid van de overheid of het plaatselijke gezag vaak uitsluitend bestaat uit repressie, politie of het zoeken naar stemmen heeft dit als gevolgd dat lokale leiders een zeer belangrijke rol opnemen binnen het interne bestuur van de favela. Omdat de politiediensten te kampen hebben met veel corruptie en dus hun diensten leveren aan de hoogste bieder moeten de inwoners zich richten tot de plaatselijke bendes voor bescherming. Maar deze laatste maken ook misbruik van de inwoners dus is er geen sprake van veiligheid waardoor de politie bevolen wordt op te treden. Dit leidt tot hevige en bloedige confrontaties en een ontsporing van geweld.
Onderzoek toonde aan dat de interne politieke structuur van een favela en zijn banden met groeperingen buiten de sloppenwijk een invloed hebben op deze situatie. In sloppenwijken waar de inwoners een goed netwerk van interne en externe contacten hadden opgebouwd nam na verloop van tijd het geweld en het aantal moorden af. Bij wijken waar de criminelen de lokale politiek domineerden via goede relaties met de plaatselijke leiders en de politie bleef het geweld zeer hoog. Actieve contacten met verschillende sociale organisaties en NGO’s helpt de lokale gemeenschap banden te leggen en middelen te verkrijgen buiten zijn lokaliteit. Deze resources kunnen leiden tot structurele veranderingen voor een lange termijn in de sociale orde binnen een favela. Toch zullen er ook steeds problemen zijn met de verschillende groepen die hun hegemonie willen bewaren (1).
Het feit dat Arias gedurende meer dan twee jaar in de favela’s zelf verbleef voor zijn onderzoek voegt extra waarde toe aan zijn conclusies en bevindingen. Hij kon een latente dynamiek van dichtbij waarnemen en beschrijven. De auteur geeft echter terecht wel aan dat verder onderzoek in deze materie noodzakelijk is. Zijn observaties vonden plaats in slechts drie verschillende favela’s in maar één stad. Het volledig veralgemenen van zijn bevindingen is dan ook heel gevaarlijk maar zijn conclusies zijn daarom niet minder interessant.
Het beeld van het leven en de sociale orde in de sloppenwijken in Brazilië dat Arias schetst is ook veel rauwer en minder positief dat de beschrijvingen van Chris De Stoop (zie ook elders). Deze laatste gaf een bijna eenzijdig positief beeld van de PCC die de macht heeft in de favela van Moinho. Deze criminele bende zorgde voor orde, organisatie, veiligheid en gerechtigheid voor de inwoners en steunde een sociale vereniging die de rechten van de inwoners van de favela verdedigde bij het stadsbestuur in Sao Paulo (2). De journalist baseert zijn bevindingen dan voornamelijk op een momentopname. Uit methodologisch standpunt is de participerende observatie van Arias een betere keuze voor het beschrijven van sociale orde in een sloppenwijk.
Sommige onderzoekers stellen dat de problemen in sloppenwijken analoog zijn aan de plaatselijke problemen van andere gemeenschappen. Deze wetenschappers stellen dat het negativisme rond de situaties in sloppenwijken niet overdreven mag worden maar gekaderd moet worden binnen een groter geheel van sociale problemen die overal plaats vinden (3). Na het lezen van het artikel van Arias kunnen we ons misschien meer verbonden voelen met Graham. In zijn werk “Cities, War and Terrorism” stelt de auteur dat het nieuwe strijdtoneel van oorlogen de hedendaagse steden zijn. Hij schrijft dat de armen in de steden verder afglijden in hun situatie en te kampen hebben met erosie op hun sociale en economische veiligheid (4).
Men mag echter niet uit het oog verliezen dat ook de staat een groot aandeel heeft in deze terreur uit de sloppenwijken. Door de corruptie bij de politie en het streven naar macht bij ordediensten, overheden en lokale machtshebbers wordt een voedingsbodem voor het geweld verschaft. Zoals Davis al aangaf zullen dergelijke woongebieden blijven bestaan zolang politici of overheden macht hebben over de inwoners en er op financiële of materiële wijze beter van kunnen worden (5). Wanneer de inwoners van een sloppenwijk hun afhankelijkheid dreigen te verliezen zullen deze machthebbers de (corrupte) politie inschakelen om een nieuwe afhankelijkheidsrelatie te creëren.
Daarom is sociale controle en orde door verschillende groepen en netwerken noodzakelijk opdat deze verrijkende praktijken stopgezet of ingeperkt kunnen worden. Hoe meer verschillende organisaties of partijen toekijken of betrokken worden, des te moeilijker het wordt om een duidelijke machtspositie in te nemen over de sloppenwijk. Wanneer lokale machtshebbers geen invloed meer hebben over de favela bestaat de kans dat zij deze willen opdoeken (6). De bendes die economisch afhankelijk zijn van dat grondgebied zullen er alles aan doen om dit tegen te gaan door ondermeer een diplomatieke oplossing zoals een actiecomité.
Reinout Van Dorpe
(1) Arias, E. (2004). Faith in Our Neighbors: Networks and Social Order in Three Brazilian Favelas. Latin American Politics & Society, 46 (1), 1-38.
(2) De Stoop, C (2008, 24 september). Welkom in mijn favela. Knack, 110-113.
(3) Duffield, M. (2002). Social reconstruction and the Radicalization of development: Aid as a Relation of Global Liberal Governance. Development and Change, 33(5), 1066-1067.
(4) Graham, S. (2004) Cities, war, and terrorism; towards an urban geopolitics. Oxford: Blackwell, 29.
(5) Davis, M. (2004). Planet of slums. Urban Involution and the Informal Proletariat. New Left Review, 26 (march-april), 17-19.
(6) Davis, M. (2004), 19.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten