dinsdag 30 december 2008

The return of the slum: does language matter?

Dit artikel(1) focust op het gebruik van het woord ‘slum’ om het over sloppenwijken te hebben en de implicaties die dat woordgebruik met zich meebrengt. Het woord ‘slum’, met al zijn negatieve connotaties, heeft in dit nieuwe millenium terug zijn weg gevonden naar het officiële discours. De reïntroductie van de term werd een feit na het ‘cities without slums’ initiatief van de Verenigde Naties. Decennia lang probeerden academici en specialisten ter zake de term te ontwijken maar helaas. Een reden voor het recycleren van het woord ‘slum’ is juist de negatieve connotatie die eraan vasthangt. Door beelden op te roepen van ziektes, onhygiënische situaties, misdaad en andere problemen onderstrepen NGO’s, regeringen en internationale organisaties met wat voor problemen ze te maken hebben om zo zeker te zijn van geldelijke steun om ze op te lossen. Het probleem is dat deze overdrijvingen een terugslag hebben op de bevolking van de ‘slums’. Zij worden meer en meer gestigmatiseerd als een gevaar voor de sameleving. Hun ziektes zouden zich kunnen verspreiden naar de rest van de bevolking, hun criminele netwerken bedreigen de veiligheid en in de extreme gevallen zijn de ‘slums’ de broedhaarden voor terroristen. Mensen die niet in ‘slums’ wonen voelen zich bedreigd en kopen vuurwapens om zich te beschermen en verhuizen naar ‘gated communities’. Ergens schuilt er natuurlijk wel waarheid in deze veronderstellingen, alleen wordt deze fel overdreven en uitvergroot. Het feit dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende gradaties in ‘slums’ en de heterogene samenstelling van de ‘slums’ zorgt ervoor dat miljoenen mensen over dezelfde kam worden geschoren. Het gevaar bestaat dat staatsdemagogen het woord ‘slum’, en de beelden van een horribele stedelijke toekomst die het woord oproept, zullen hanteren om grote herhuisvestingscampagnes op te zetten of de ‘slums’ gewoon af te breken. Men creëert de valse illusie dat het het probleem van de ‘slums’ volledig kan worden opgelost. Eerdere acties hebben echter reeds aangetoond dat het afbreken van slums het probleem helemaal niet oplost maar gewoon verplaatst. Ook herhuisvestingsprogramma’s waren zelden succesvol. Mensen werden verhuisd naar woningen die ze niet konden onderhouden. Men moest besparen op alle uitgaven, ook op basisbehoeften als eten en verwarming, om de kosten van het huis te kunnen betalen. Dikwijls steeg het sterftecijfer ten gevolge van de slechtere situatie terwijl men toch in een betere omgeving woonde. Daarenboven zorgen herhuisvestingsprogramma’s vaak voor het desintegreren van sociale en commerciële netwerken die essentieel zijn voor het overleven van de armen. Maar verschillende indicatoren doen vermoeden dat deze programma’s van herhuisvesting of afbraak niet zijn ontwikkeld om de mensen uit de ‘slums’ ten goede te komen. De centrale overheid wil de arme populatie beheersbaarder maken door de onbeheersbare ‘slums’ af te breken. Zij redeneert dat de criminaliteit samen met de bouwvallige huisjes zal verdwijnen. Uiteraard zijn er maatregelen nodig. De focus moet echter het welzijn van de bevolking zijn, en niet het weggommen van wat niet in het plaatje van de moderne stad past.


Jeroen Borghs


Bronnen:

(1)GILBERT (A.), “The Return of the Slum: Does Language Matter?”, in: International Journal of Urban and Regional Research, 2007, Vol. 31, Issue 4, pp. 697-713.

Geen opmerkingen: